In de werking en het beheer van het moderne energiesysteem, Microcomputer Protection Device speelt een cruciale rol als een belangrijk onderdeel van Smart Grid. Ze zijn niet alleen verantwoordelijk voor realtime monitoring van de bedrijfsstatus van stroomapparatuur, maar kunnen ook snel handelen wanneer een fout optreedt, het foutgebied isoleren en de stabiele werking van het gehele systeem beschermen. De realisatie van deze functie hangt grotendeels af van het efficiënte en nauwkeurige communicatiemechanisme tussen het Microcomputer Protection -apparaat en de hostcomputer of het externe bewakingssysteem.
1. Communicatiebasis: vooraf ingestelde protocol en parameterconfiguratie
Communicatie is de brug voor informatie -uitwisseling tussen het beveiligingsapparaat voor microcomputer en de hostcomputer. Voordat de communicatie begint, moeten beide partijen configureren op basis van het gemeenschappelijke communicatieprotocol en parameters, wat het uitgangspunt is om een nauwkeurige gegevensoverdracht te waarborgen. Deze parameters omvatten maar zijn niet beperkt tot baudrate (bepaalt de gegevensoverdrachtsnelheid), gegevensbits (geeft het aantal geldige gegevensbits aan in elk teken), stopbits (gebruikt om het einde van een teken te identificeren) en controlemethoden (zoals pariteitscontrole, die worden gebruikt om fouten in data -transmissie te detecteren). Correct instellen van deze parameters kan effectief gegevensverlies of bitfouten tijdens de communicatie effectief vermijden en de betrouwbaarheid en stabiliteit van communicatie waarborgen.
2. Verbindingsinstelling: handshake -proces aangedreven door protocol
Nadat de parameterconfiguratie is voltooid, start het microcomputer -beschermingsapparaat het verbindingsinstelproces volgens het vooraf ingestelde communicatieprotocol. Dit proces omvat meestal de oprichting van fysieke verbinding (zoals via RS-485, Ethernet en andere interfaces) en logische verbinding (zoals TCP/IP drieweg handdruk). Voor seriële communicatie kan het beveiligingsapparaat een specifieke initialisatiecommando of frame verzenden. Nadat de hostcomputer deze heeft ontvangen, antwoordt deze met bevestigingsinformatie en stellen de twee partijen een communicatielink in. In netwerkcommunicatie wordt het verbindingsstelsel voltooid via de TCP/IP -protocolstapel om ervoor te zorgen dat het data -transmissiekanaal niet wordt geholpen.
3. Gegevensframe en bericht: drager van informatie
Zodra de communicatielink is vastgesteld, begint het microcomputer -beschermingsapparaat gegevensframes of berichten naar de hostcomputer te verzenden volgens de protocolspecificatie. These data frames or messages are carriers of information and contain various key information of the protection device, such as protection status (whether it is activated, action type), measurement data (current, voltage, power factor, etc.), event records (fault occurrence time, type, treatment measures), etc. In order to ensure the integrity and readability of the data, the data frame or message usually contains structural elements such as the start character, address field, data field, check code and end character. Via het zorgvuldig ontworpen gegevensformaat kan de hostcomputer deze informatie gemakkelijk identificeren en ontleden.
4. Data -parsing en -verwerking: de sleutel tot externe monitoring
Nadat de hostcomputer het gegevensframe of het bericht van het Microcomputer Protection -apparaat heeft ontvangen, is de eerste taak om de gegevens te parseren. Dit proces omvat het verifiëren van de integriteit van de gegevens, het extraheren van geldige gegevens en het decoderen van de gegevens volgens de protocolspecificatie. Nadat de parsing is voltooid, zal de hostcomputer de gegevens verwerken op basis van de bedrijfslogica, zoals het bijwerken van de realtime gegevens over de interface van het monitoringsysteem, het activeren van het alarmmechanisme, het genereren van rapporten of het uitvoeren van foutanalyse. Via deze verwerkingsstappen kan de hostcomputer uitgebreide monitoring op afstand en het beheer van het energiesysteem realiseren, inclusief statusbewaking, foutdiagnose, laadplanning en andere functies.