Voertuigen met één sectie worden meestal gebruikt in diverse familieapparatuur, kleine apparatuur en apparaten. Deze voertuigen vereisen bescherming tegen verschillende elektrische fouten, bestaande uit overspanning, onderspanning, overbelasting en korte circuits. Een lage spanningsmotorveiligheidscontroller is ontworpen om uitgebreide veiligheid tegen die fouten te bieden en de veilige en groene werking van ongehuwde fase motoren te waarborgen.
Een van de belangrijkste functies van een veiligheidscontroller met een laag spanningsmotor is om de motor te verdedigen naar overspanningssituaties. Overspanning kan ontstaan door lijnfouten, blikseminslag of andere storingen binnen de energievoorziening. Wanneer de spanning de nominale limieten overschrijdt, kan dit de afbraak van isolatie, oververhitting en andere schade aan de motor veroorzaken. Een laagspanningsmotorbeschermingscontroller onthult het spanningsniveau en rijdt de motor als deze de setlimiet overschrijdt, om deze reden om schade te stoppen.
Evenzo kan een laagspanningsmotorbeschermingscontroller de motor verdedigen tegen onderspanningssituaties. Onderspanning kan optreden als gevolg van lijnfouten, spanningsdruppels of andere problemen binnen de sterktevoorziening. Wanneer de spanning onder de minimumdrempel valt, ontvangt de motor niet genoeg vermogen om succesvol te functioneren, de belangrijkste tot verminderde prestaties en schade aan de capaciteit. De beveiligingscontroller zal de spanningsdiploma weergeven en de motor ervaren als deze onder de beperking van de set valt, waardoor schade wordt gestopt.
Bescherming van overbelasting is elke andere essentiële functie van een laagspanningsmotorbeschermingscontroller. Overbelasting kan ontstaan terwijl de motor wordt onderworpen aan onvoltegenwoordige mechanische belasting of als deze ver buiten de nominale mogelijkheid wordt bediend. Dit kan oververhitting, isolatieafbraak en motorfout veroorzaken. De beveiligingscontroller zal continu de hedendaagse motor van de motor onthullen en struikelen als deze de setbeperking overschrijdt, waardoor de motor binnen zijn beveiligde limieten werkt.
De veiligheid van de kortsluiting wordt eveneens geleverd via een laagspanningsmotorbeschermingscontroller. Kortcircuits kunnen ontstaan door defecte verbindingen, isolatieafbraak of verschillende elektrische fouten. Deze kunnen leiden tot onvoltegenwoordige hedendaagse glijden via de motor, wat intense schade toebrengt. De beveiligingscontroller raakt op het kortsluiting en struikelt onmiddellijk de motor, waardoor op dezelfde manier schade wordt voorkomen en downtime wordt geminimaliseerd.
Naast die beschermende functies, zal een laagspanningsmotorbeschermingscontroller regelmatig functies hebben die fase -onbalansbescherming, bescherming tegen faseverlies en motor opnieuw opstarten. De veiligheid van fase-onbalans is belangrijk voor auto's met ongehuwde sectie, omdat elke onbalans tussen de fasen kan leiden tot uitgebreide spanning bij de motorwikkelingen en een verminderde motorlevensstijlen. Faseverliesbescherming garandeert dat de motor niet wordt bekrachtigd als een van de niveaus misplaatst is, waardoor schade wordt gestopt als gevolg van onevenwichtige spanningen. Motorherstart wordt uitgeschakeld, is een nuttig kenmerk dat onmiddellijke herstart na een ervaring voorstallt, waardoor de motor kan afkoelen en eventuele schade voortkomt die voortvloeit uit overmatig beginnende hedendaagse.
In het einde is een lage spanningsmotorveiligheidscontroller een cruciale component voor defensieve auto's met ongehuwde fase. Het biedt uitgebreide veiligheid in tegenstelling tot overspanning, onderspanning, overbelasting, snelle circuits en andere elektrische fouten. Door talloze parameters te bewaken en de motor te struikelen, terwijl het belangrijk is, garandeert het de beveiligde werking en een lange levensduur van auto's met één segment.